www.matchboxontour.be
--------
www.jeroenhollander.eu
De flaneur en de dérive
Naar Lieven De Cauter’s ‘Archeologie van de kick’ mogen Jeroen Hollander en Yvan Derwéduwé omschreven worden als jagers-verzamelaars van belevenissen. Wat hen verbindt is het gegeven dat hun flanerieën tot een cartografische verbeelding leiden. Ondanks overeenkomsten zijn er natuurlijk ferme tegenstellingen tussen beide kunstenaars. Dit nodigt uit om naar een tweede publicatie te verwijzen, namelijk ‘Het meten van de wereld’ van Daniel Kehlman.
Terwijl ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt de planeet op onstuimige wijze bereist in deze roman, verlaat wiskundige Carl Friedrich Gauss (net als cartograaf Gerard Mercator) nauwelijks zijn vertrouwde omgeving. Met een compleet verschillende methodiek proberen beiden de wereld in kaart te brengen. Deze bijna faustische ambitie om de omringende chaos tot een eigengereide ordening te brengen delen Hollander en Derwéduwé dus met deze Duitse geesteshelden van weleer.
Voor het eerst vervlecht de methode en visualisatie zich tot één kunstwerk. Ondanks de verkregen homogeniteit is de inspiratie, achtergrond en context van beide kunstenaars sterk verschillend.
Door zijn fascinatie voor het stedelijke vervoer exploreert Jeroen Hollander tram, trein, bus en metro. Met potlood en stift tekent hij feërieke netwerken die vrij optimistisch zijn door het kleurgebruik. Zijn detaillistische nauwgezetheid zorgt ervoor dat zijn kaarten overtuigen en een werkelijkheidseffect verkrijgen. In het cluster van zorgvuldige lijnen domineren vaak organische patronen die de grilligheid van octopusarmen verbeelden. Zonder legende of uitleg kunnen het net zo goed uitvergrotingen zijn van een microscopische wereld. Als personnage past Jeroen in het universum van de 19-de eeuwse flaneur.
Derweduwé’s inspiratie ontspringt meer uit de schaduwzijde en marginaliteit van het bestaan. Zijn artistieke basis komt meer overeen met de levenssfeer van de naoorlogse Situationisten met Guy Debord als iconische figuur. Een begrip de dérive (het gewild verdwalen) maakt deel uit van hun pogingen om de alledaagse stedelijke omgeving kritisch te bevragen. Nu bevraagt Jeroen Hollander eveneens de samenleving via zijn focus op het publiek transport. De mogelijke optimalisatie ervan kan leiden tot gentrificatie. Derweduwé schijnt de donkerte van het bestaan, het dyonisiche iets meer te willen vrijwaren. De bron voor zijn cartografie is het Gentste Citadel-park bij nacht. Bij uitstek een plaats en het moment waar de lust woekert. Zelfs de kleurrijke doppen waarmee hij de oorspronkelijke kaart tot een reliëfvorm bracht, blijft materiaal dat door de samenleving afgedankt is.
Wat Derwéduwé en Hollander beschrijven is niet alleen een concreet (stads-)landschap en de mogelijk te volgen wegen daarin. Het is vooral een psychogeografie, met imaginaire routes die de menselijke existentiële zoektocht verbeelden. Dit gebeurt zonder moraliserende drang, dus zonder ethisch programma. Het veld dat ze beschrijven is esthetisch, daarom hoeft en kan niet elk onderdeel, lijntje of kleurvlak gesymboliseerd worden. Soms heeft de visualisatie van hun persoonlijke informatie niet meer dan een louter plastische betekenis. Maar precies daardoor verkrijgt hun werk een kosmisch perspectief. ‘Alle ellende in de wereld is te wijten aan het feit dat mensen niet gewoon thuis kunnen blijven’ schreef Blaise Pascal al in de 17-de eeuw. In dit geval levert het een fascinerend kunstwerk op.
Stef Van Bellingen
Meer info op
www.matchboxontour.be
www.jeroenhollander.eu
www.yvanderweduwe.com